ADN, Kennis, Nieuws

Vervoersdocument

1Droge lading schepen
2Tankschepen
3Voorbeeld van een vervoersdocument

Vervoerdocument voor gevaarlijke goederen en daarmee samenhangende informatie

Algemene informatie, die in het vervoerdocument moet staan bij het vervoer in colli of indien losgestort of in tankschepen

1-Droge lading schepen

5.4.1.1.1 Het (de) vervoerdocument(en) moet(en) de volgende informatie bevatten met betrekking tot alle
ten vervoer aangeboden gevaarlijke stoffen of voorwerpen:

A) het UN-nummer, voorafgegaan door de letters “UN” of het Stofnummer;

B) de juiste vervoersnaam, aangevuld met, voor zover van toepassing (zie 3.1.2.8.1), de
technische benaming tussen haakjes (zie 3.1.2.8.1.1), zoals vastgelegd volgens 3.1.2;

C) – voor stoffen en voorwerpen van Klasse 1: de in hoofdstuk 3.2, Tabel A, kolom (3b)
aangegeven classificatiecode. Indien in hoofdstuk 3.2, Tabel A, kolom (5) andere
nummers van gevaarsetiketten dan 1, 1.4, 1.5 en 1.6 voorkomen, moeten deze direct
na de classificatiecode tussen haakjes worden vermeld;

  • voor radioactieve stoffen van Klasse 7: het nummer van de Klasse “7” ;
    Opmerking : Voor radioactieve stoffen met een bijkomend gevaar zie ook de Bijzondere bepaling
    172 van hoofdstuk 3.3.
  • voor lithiumbatterijen van UN-nrs 3090, 3091, 3480 en 3481: het nummer van de
    klasse, te weten “9” ;
  • voor andere stoffen en voorwerpen : de in hoofdstuk 3.2, Tabel A, kolom (5)
    aangegeven of conform een Bijzondere bepaling als bedoeld in Kolom 6 van toepassing
    zijnde nummers van de gevaarsetiketten. Indien meerdere nummers van
    gevaarsetiketten zijn aangegeven, moeten de nummers volgend op het eerste tussen
    haakjes worden vermeld. Bij stoffen en voorwerpen, waarvoor in hoofdstuk 3.2 Tabel A,
    kolom (5) geen nummer voor een gevaarsetiket is aangegeven, moet in plaats daarvan
    de Klasse conform kolom 3a worden vermeld;

D) indien toegewezen, de verpakkingsgroep voor de stof, die mag worden voorafgegaan
door de letters “VG” (bijv. “VG II”) of de initialen in overeenstemming met het woord
Verpakkingsgroep” in de volgens 5.4.1.4.1 gebruikte talen;
Opmerking: Bij stoffen van Klasse 7 met bijkomend gevaar zie 3.3 Bijzondere bepaling 172d).

E) voor zoverre van toepassing het aantal en omschrijving van de colli;
Opmerking: het is niet nodig het aantal, de soort en de capaciteit of elke binnenverpakking in de
buitenverpakking van een samengestelde verpakking weer te geven.

F) de totale hoeveelheid van elke gevaarlijke stof die voorzien is van een verschillend UN nummer, juiste vervoersnaam of voor zover van toepassing verpakkingsgroep (uitgedrukt
in volume resp. in bruto- of netto massa);

Opmerking : Voor de in machines of in toestellen vervatte gevaarlijke goederen die in het ADN
nader gespecificeerd zijn, moet de vermelde hoeveelheid de totale hoeveelheid daarin vervatte
gevaarlijke goederen zijn, in kilogram of in liter al naargelang het geval.

G) de naam en het adres van de afzender;

H) de naam en het adres van de geadresseerde(n);

I) een verklaring conform de bepalingen van elk individueel akkoord.
De plaats en de volgorde waarin de vereiste informatie in het vervoerdocument moet zijn vermeld
is vrij; a), b), c) en d) moeten echter in de hierboven genoemde volgorde (d.w.z. a), b), c), d)) zonder
dat er informatie tussen staat, uitgezonderd zoals bepaald in het ADN, worden vermeld.

Voorbeelden van dergelijke toegestane omschrijvingen van gevaarlijke goederen zijn:
“UN 1098 ALLYLALCOHOL, 6.1 (3), I” of
”UN 1098 ALLYLALCOHOL, 6.1 (3), VG I”

De op een vervoerdocument vereiste informatie moet leesbaar zijn.
Hoewel in 3.1 en 3.2, Tabel A hoofdletters worden gebruikt om de elementen aan te geven die
in de juiste vervoersnaam moeten voorkomen en hoewel in dit hoofdstuk hoofdletters en kleine
letters worden gebruikt om de in het vervoersdocument vereiste informatie aan te geven, is het
gebruik van hoofdletters of van kleine letters voor het vermelden van de informatie in het
vervoersdocument naar keuze.


Leeg en ongereinigd

5.4.1.1.6.1 Bij de lege, niet gereinigde omsluitingmiddelen die residu’s van andere gevaarlijke goederen
bevatten dan die van klasse 7, dienen de woorden “LEEG, NIET GEREINIGD” of “RESIDU,
VORIGE INHOUD”
aangegeven te worden voor of achter de omschrijving van het gevaarlijk
goed die in 5.4.1.1.1 a) tot d) en k) wordt vereist. Bovendien is 5.4.1.1.1 f) niet van toepassing.

5.4.1.1.6.2 De Bijzondere bepaling in 5.4.1.1.6.1 mag door de voorschriften in 5.4.1.1.6.2.1, 5.4.1.1.6.2.2 of
5.4.1.1.6.2.3
worden vervangen.

5.4.1.1.6.2.1 Voor lege, ongereinigde verpakkingen, die restanten van gevaarlijke goederen van andere
Klassen dan die van Klasse 7 bevatten, met inbegrip van lege, ongereinigde houders voor
gassen met een inhoud van niet meer dan 1000 liter, worden de gegevens als bedoeld in
5.4.1.1.1 a), b), c), d), e), f) en i) vervangen door de uitdrukking “LEGE VERPAKKING”, “LEGE
HOUDER”, “LEGE IBC” resp. “LEGE GROTE VERPAKKING”, gevolgd door de gegevens als
bedoeld in 5.4.1.1.1 c) voor de laatste lading.

Voorbeeld :
“LEGE VERPAKKING, 6.1 (3)”.

A) Indien de laatst geladen goederen van klasse 2 zijn, mag in dit geval de informatie die in
5.4.1.1.1 c) voorgeschreven is bovendien vervangen worden door het nummer van de klasse
“2”;

B) Indien de laatst geladen goederen, goederen van klasse 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 8 of 9
zijn mag in dit geval de informatie die in 5.4.1.1.1

C) voorgeschreven is vervangen worden
door de vermelding “MET RESIDU’S VAN […]” gevolgd door, in volgorde van nummering
van de klasse, de klasse(n) en de bijkomend(e) geva(a)r(en) die beantwoorden aan het
betrokken risidu.
Voorbeeld : Lege ongereinigde verpakkingen, die goederen van de klasse 3 hebben bevat,
vervoerd samen met lege ongereinigde verpakkingen die goederen van de klasse 8 met klasse
6.1
als bijkomende gevaar hebben bevat, mag in het vervoerdocument verwezen worden als
volgt
“LEGE VERPAKKING, MET RESIDU’S VAN 3, 6.1, 8”

5.4.1.1.6.2.2 Voor lege, ongereinigde middelen van omsluiting, met uitzondering van verpakkingen, die
resten van gevaarlijke goederen van andere Klassen dan die van Klasse 7 bevatten, met
inbegrip van lege, ongereinigde houders voor gassen met een inhoud van meer dan 1000 liter,
worden de gegevens als bedoeld in 5.4.1.1.1 a), b), c), d) en i) vervangen door de uitdrukking
“LEGE RESERVOIRWAGEN”, “LEGE TANKWAGEN”, “LEEG VOERTUIG“, “LEGE
AFNEEMBARE TANK”, “LEGE BATTERIJWAGEN”, “LEEG BATTERIJ-VOERTUIG”, “LEGE
TRANSPORTTANK”, “LEGE TANKCONTAINER”, “LEGE MEGC”, “LEGE MEMU”, “LEGE
WAGEN”, “LEEG VOERTUIG”, “LEGE CONTAINER” resp. “LEGE HOUDER”, gevolgd door
de uitdrukking “LAATSTE LADING”. Daarnaast is 5.4.1.1.1 f) niet van toepassing.
Voorbeeld:
“LEGE TANKCONTAINER, LAATSTE LADING: UN 1098 ALLYLALKOHOL, 6.1 (3), I” of
“LEGE TANKCONTAINER, LAATSTE LADING: UN 1098 ALLYLALKOHOL, 6.1 (3), VG I”.

5.4.1.1.6.2.3 Indien lege, ongereinigde middelen van omsluiting, die restanten van gevaarlijke goederen van
andere Klassen dan die van Klasse 7 bevatten, aan de afzender worden teruggestuurd, dan
mogen ook de voor het vervoer van deze goederen in gevulde toestand vervaardigde
vervoersdocumenten worden gebruikt. In deze gevallen moet de opgave van de hoeveelheid
worden verwijderd (door middel van schrappen, doorhalen of op een andere manier) en worden
vervangen door de uitdrukking “LEGE, ONGEREINIGDE RETOURZENDING”.

5.4.1.1.6.3 Indien lege, ongereinigde tanks, lege, ongereinigde batterijwagens, lege, ongereinigde
batterijvoertuigen, lege, ongereinigde MEGC’s evenals lege, ongereinigde wagens, lege,
ongereinigde voertuigen en lege, ongereinigde containers in overstemming met de voorschriften
in 4.3.2.4.3 van het ADR of RID of in 7.5.8.1 van het ADR of RID naar de dichtstbijzijnde plaats,
waar reiniging of reparatie kan worden uitgevoerd, vervoerd, dan moet in het vervoersdocument
aanvullend worden opgenomen:
“VERVOER VOLGENS 4.3.2.4.3 van het ADR” of
“VERVOER VOLGENS 7.5.8.1 van het ADR”

5.4.1.1.6.4 Bij het vervoer van vaste tanks (tankvoertuigen), afneembare tanks, batterijvoertuigen,
tankcontainers en MEGC’s onder de voorwaarden van 4.3.2.4.4, moet de volgende vermelding
in het vervoerdocument opgenomen worden: “Vervoer overeenkomstig 4.3.2.4.4 van het ADR
(of RID)”.


2-Tankschepen

5.4.1.1.2 Het (de) vervoerdocument(en) moet(en) de volgende informatie bevatten met betrekking tot alle
ten vervoer aangeboden gevaarlijke stoffen:

A) het UN-nummer, voorafgegaan door de letters “UN” of het stofnummer;

B) de volgens 3.2, Tabel C, kolom 2 juiste vervoersnaam, aangevuld met, voor zover van
toepassing, de technische benaming tussen haakjes;
C) de gegevens in 3.2, Tabel C, kolom 5.
Indien meerdere gegevens zijn vermeld, moeten die welke na de eerste zijn genoemd
tussen haakjes worden weergegeven. Voor gevaarlijke stoffen niet met name genoemd in
Tabel C (toegewezen aan een algemene of een ‚n.e.g. rubriek en waarvoor het
beslissingschema van 3.2.3.3 van toepassing is) moeten enkel de van toepassing zijnde
gegevens vermeld te worden;

D) indien toegewezen, de verpakkingsgroep voor de stof die mag worden voorafgegaan door
de letters “VG” (bijv. “VG II”) of de initialen in overeenstemming met het woord
Verpakkingsgroep” in de volgens 5.4.1.4.1 gebruikte talen;

E) de massa in tonnen;

F) de naam en het adres van de afzender;

G) de naam (namen) en het adres (de adressen) van de geadresseerde(n)
De plaats en de volgorde waarin de vereist informatie in het vervoerdocument moet zijn vermeld
is vrij; a), b), c) en d) moeten echter in de hierboven genoemde volgorde (d.w.z. a), b), c), d))
zonder dat er informatie tussen staat, uitgezonderd zoals bepaald in het ADN, worden vermeld.
Voorbeelden van dergelijke toegestane omschrijvingen van gevaarlijke goederen zijn:
“UN 1203 BENZINE, 3 (N2, CMR, F), II” of
“UN 1203 BENZINE, 3 (N2, CMR, F), VG II”

De op een vervoerdocument vereiste informatie moet leesbaar zijn.
Hoewel in 3.1 en 3.2, Tabel C hoofdletters worden gebruikt om de elementen aan te geven
die in de juiste vervoersnaam moeten voorkomen en hoewel in dit hoofdstuk hoofdletters en
kleine letters worden gebruikt om de in het vervoersdocument vereiste informatie aan te
geven, is het gebruik van hoofdletters of van kleine letters voor het vermelden van de
informatie in het vervoersdocument naar keuze.


Leeg en ongereinigd

5.4.1.1.6.5 In het geval van tankschepen met lege of geloste ladingtanks wordt met het oog op de
vereiste vervoerdocumenten de schipper als afzender aangemerkt. In dit geval moet in het
vervoerdocument voor iedere lege of geloste ladingtank de volgende gegevens worden
opgenomen:
A) Ladingtanknummer;
B) het UN-nummer, voorafgegaan door de letters “UN” of het stofnummer;
C) de juiste vervoersnaam van de laatste vervoerde stof, de Klasse en eventueel de
verpakkingsgroep volgens de voorschriften in 5.4.1.1.2.

Bijzondere bepalingen

De bijzondere bepalingen betreffende het vervoersdocument zijn te vinden in het ADN tussen 5.4.1.1.3 en 5.4.1.2.5.4

Vereiste opmaak en taal

5.4.1.4.1 Het document met de in 5.4.1.1 en 5.4.1.2 beschreven informatie mag een document zijn dat
reeds vereist is op grond van andere, van kracht zijnde voorschriften voor vervoer middels
een andere vervoerswijze. In geval van diverse geadresseerden mogen de naam en het adres
van de geadresseerden en de afgeleverde hoeveelheden, die het mogelijk maken dat de aard
en de vervoerde hoeveelheden te allen tijde kunnen worden vastgesteld, worden vermeld in
andere te gebruiken documenten of in alle andere documenten die overeenkomstig andere
specifieke regelingen verplicht zijn en die aan boord van het voertuig moeten zijn.

De in het document te vermelden aanduidingen moeten in een officiële taal van het land
van verzending zijn gesteld, en bovendien, indien die taal niet het Duits, Frans of Engels
is in één van deze talen, behoudens andersluidende bepalingen tussen de betrokken landen

5.4.1.4.2 Indien wegens de omvang van de lading een zending niet in zijn geheel op een enkele
transporteenheid kan worden geladen, moeten tenminste evenveel afzonderlijke
documenten, of afschriften van het enkele document zijn opgemaakt als er transporteenheden
zijn beladen. Verder moeten in alle gevallen afzonderlijke vervoerdocumenten zijn opgemaakt
voor zendingen of delen van zendingen, die wegens de in 7.5.2 van het ADR uitgevaardigde
verbodsbepalingen niet in hetzelfde voertuig mogen worden samen geladen.
De informatie met betrekking tot de aan de te vervoeren goederen verbonden gevaren (zoals
aangegeven in 5.4.1.1) mag worden opgenomen in, of worden gecombineerd met een
bestaand vervoerdocument of vrachtafhandelingsdocument. De opmaak van de informatie in
het document [of de volgorde van overdracht van de overeenkomstige gegevens door middel
van technieken als elektronische gegevensverwerking (EDP) of elektronische
gegevensuitwisseling (EDI)] moet eruitzien zoals bepaald in 5.4.1.1.1.
Wanneer een bestaand vervoerdocument of vrachtafhandelingsdocument niet als
multimodaal vervoerdocument voor gevaarlijke goederen kan worden gebruikt, wordt het
gebruik van documenten die overeenkomen met het in 5.4.5 aangegeven voorbeeld
raadzaam geacht.


3-Voorbeeld van een vervoersdocument