Nieuws

Watermanagement Stuwen

1Gestuwde Maas en het Maas-Waalkanaal
1aHefdebieten/ strijkdebiet in m/s en N.A.P +M
2Zuidelijk deel Maas en Julianakanaal
2aMaasafvoerverdrag
2bKeersluis Limmel
3Nederrijn en Lek
3aDebieten hoge afvoeren
3bDebieten lage afvoeren

1-Gestuwde Maas en het Maas-Waalkanaal

Sluiscomplex Weurt is een primaire kering. Er wordt geschut bij een peil van de Waal tussen 5 m en
13,5 m NAP.

Op het Maas – Waalkanaal is het peil gelijk aan dat op de Maas, behalve tijdens hoogwater op de Maas. Dan
wordt de keersluis bij Heumen gesloten. Het kanaal vormt de doorgaande scheepvaartverbinding tussen Maas en
Waal. In normale omstandigheden staan de keersluis en schutsluis van Heumen open. Het kanaalpeil is dan
gelijk aan het peil op het stuwpand Grave; de scheepvaart kan ongehinderd doorvaren. Bij hoge waterstanden op de
Maas sluiten beide sluizen; schepen dienen van de schutsluis gebruik te maken. Door middel van een gemaal
wordt het peil op het kanaal dan tussen 7,90 M en 8,40 M gehandhaafd. Aan het noordeinde van het kanaal bevinden
zich de schutsluizen van Weurt.

Heumen is een primaire kering. Het complex bestaat uit een keersluis, een schutsluis en een
gemaal (6 m3/s). Het sluitpeil is NAP +8,25 bij Mook. Bij ijsgang worden de stuwen geheven,
ook die bij Grave. Dan worden ook de ebdeuren bij Heumen gesloten.

1a-Hefdebieten/ strijkdebiet in m/s en N.A.P +M

StuwHefdebiet/Strijkdebiet in m³/sStreefpeil N.A.P +MScheepvaart door stuw
mogelijk bij hoogwater
Borgharen200044,05Nee
Linne1350-2000*20,85Nee
Roermond1000-1100*16,85Ja
Belfeld900-1000*14,10Ja
Sambeek1300*11,10Ja
Grave1200-15007,25( 7,91 bij Mook)Ja
Lith12004,90 Ja
*Afvoer bij St. Pieter-Noord

2-Zuidelijk deel Maas en Julianakanaal


Het Julianakanaal bevindt zich tussen Maastricht en Maasbracht, en heeft als functies scheepvaart en waterbeheer.
Bij Born en Maasbracht bevinden zich schutsluizen met grote vervallen en daarmee grote schutverliezen. Bij lage
Maasafvoeren moet daarom zuinig worden omgegaan met het water.
Mogelijke maatregelen zijn: schutten met alleen volle schutkolken, een deel van het schutwater hergebruiken
bij de naastgelegen schutkolk, en het terugpompen van water. Bij voldoende wateraanvoer kan een pomp gebruikt
als turbine en wekt zo energie op.

Stuw Borgharen bestaat uit 3 schuiven, daarboven is een kantelbare klep aangebracht. Daarnaast heeft de stuw nog een brede schuif zonder klep (scheepvaartschuif). Peilregeling gebeurt bij lage en normale afvoeren met alleen kleppen, bij hogere afvoeren worden de schuiven opgetild (onderstroming). Vanaf 2000 m/s is de stuw buiten bedrijf (alle schuiven boven water).

2a-Maasafvoerverdrag

Het Maasafvoerverdrag tussen Vlaanderen en Nederland geeft een sleutel voor de verdeling van het
Maaswater bij lage afvoeren (minder dan 130 m³/s op de Maas bij de stuw van Monsin). Het water wordt verdeeld
over het Albertkanaal, de Zuid- Willemsvaart, de Grensmaas en het Julianakanaal. Het water voor de
Zuid-Willemsvaart is gedeeltelijk weer voor Nederland bestemd.
Uitgangspunt in het Maasafvoerverderdag is een gelijk gebruik van water voor de economische doeleinden van beide landen en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de Grensmaas.

2b Keersluis Limmel

Aan de zuidzijde van het Julianakanaal bevindt zich de keersluis Limmel. Deze wordt gesloten bij waterstanden boven de NAP + 44,20 m, vanwege de beperkte hoogte van de kanaaldijken.

De scheepvaart is dan gestremd.


3-Nederrijn en Lek

De Duitse Rijn komt bij Lobith binnen en gaat over in de Nederlandse Boven- Rijn. In Lobith wordt de waterafvoer en
waterstand gemeten welke belangrijk is voor het hanteren van het stuwplan.
Tussen Tolkamer en Millingen is het Bijlandsch Kanaal aangelegd. Deze gaat bij de Pannerdensche kop, over in de
Waal en het Pannerdensch Kanaal. Bij normale en hoge afvoeren stroomt ongeveer twee derde van het water
naar de Waal en één derde naar het Pannerdensch Kanaal. Het Pannerdensch Kanaal gaat over in de Nederrijn, en bij de IJsselkop splitst de IJssel zich van de Nederrijn af. De verdeling van het water bij de IJsselkop is afhankelijk van de stand van de stuw in Driel.

3a-Hoge afvoeren

Stuw Driel wordt helemaal geheven bij een waterstand Lobith van NAP+10,00 m (afvoer Lobith ongeveer 2600 m3/s).

Stuw Amerongen en stuw Hagestein gaan volledig uit bedrijf bij een waterstand Lobith van NAP+11,40 m (afvoer
Lobith ongeveer 3600 m³/s). Er is dan sprake van een vrij afstromende rivier.

Scheepvaart kan door de stuw plaatsvinden.

StuwHefdebiet in m³/sStreefpeil N.A.P +MScheepvaart door stuw
mogelijk bij hoogwater
Driel2600*10,00*Ja
Amerongen3600*11,40*Ja
Hagestein3600*11,40*Ja
*Afvoer aan Lobith*Waterstand Lobith

3b-Lage afvoeren

Als de Waal bij Tiel op NAP+3,15m staat (afvoer Lobith ongeveer 1200 m³/s) dan gaat de Prins Bernhardsluis in Tiel
helemaal open. Er wordt gelijk water gemaakt tussen de Lek, het Betuwepand en de Waal. De waterstand in het
pand Amerongen-Hagestein beweegt dan mee met de Waal; het normale stuwpeil van NAP+3,00m wordt dan
niet meer gehaald.