ADN, Nieuws Blauwe kegel(s) en lichten Geschreven op 6 maart 2021 Meer in ADN: ADN controlelijst 2023 meertalig 20 juli 2023 ADN boeken 2023 17 februari 2023 Overzichtskaart varend ontgassen 27 december 2022 Blauwe kegels en lichten, waar dienen ze voor? Wat moeten de afmetingen zijn? Waar moeten ze geplaatst zijn aan boord? Hoe zit het met ligplaats nemen? Hoeveel afstand moet er bewaard blijven t.o.v andere schepen en kunstwerken? 1Bijkomende tekens van varende schepen die bepaalde gevaarlijke stoffen vervoeren2Ligplaats nemen in de nabijheid van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren3Bewaking en toezicht4Afmeting blauwe kegel5 7.1.5.0 Seinvoering( droge lading)6 7.1.5.0 ligplaats nemen7 7.1.5.0 Stilleggen van de schepen87.2.5.0 Seinvoering( Tankschepen)97.2.5.0 Ligplaats nemen 1-Bijkomende tekens van varende schepen die bepaalde gevaarlijke stoffen vervoeren Een schip dat bepaalde brandbare stoffen vervoert, bedoeld in het ADN, nr. 7.1.5.0 of nr. 7.2.5.0, moet, teneinde dit kenbaar te maken, als bijkomend teken voeren:a. ’s nachts: een blauw licht;b. overdag: een blauwe kegel met de punt naar beneden.Dit teken moet op een geschikte plaats en op een zodanige hoogte worden gevoerd,dat het van alle zijden zichtbaar is.In plaats van het dagteken kan ook telkens één blauwe kegel op het voor- en één ophet achterschip op een hoogte van ten minste 3 m worden gevoerd boven deinzinkingsmerken.Een schip dat bepaalde voor de gezondheid schadelijke stoffen vervoert, bedoeld in het ADN, nr. 7.1.5.0 of nr. 7.2.5.0, moet, teneinde dit kenbaar te maken, als bijkomende tekens voeren:a. ’s nachts: twee blauwe lichten;b. overdag: twee blauwe kegels met de punt naar beneden.Deze tekens moeten in een verticale lijn met een onderlinge afstand van ongeveer 1 m, op een geschikte plaats en op een zodanige hoogte worden gevoerd, dat zij van alle zijden zichtbaar zijn. In plaats van twee blauwe kegels kunnen ook telkens twee blauwe kegels op het voor- en op het achterschip worden gevoerd, waarvan de onderste op een hoogte van tenminste 3 m. Een schip dat bepaalde ontplofbare stoffen vervoert, bedoeld in het ADN, nr. 7.1.5.0, moet, teneinde dit kenbaar te maken, als bijkomende tekens voeren: a. ’s nachts: drie blauwe lichten;b. overdag: drie blauwe kegels met de punt naar beneden. Deze tekens moeten in een verticale lijn met een onderlinge afstand van ongeveer 1 m, op een geschikte plaats en op een zodanige hoogte worden gevoerd, dat zij van alle zijden zichtbaar zijn. Indien een duwstel of een gekoppeld samenstel één of meer schepen bevat, bedoeld in één der voorgaande leden, moet, in plaats van dit schip of van deze schepen, de duwboot of het schip dat dient voor het voortbewegen van het gekoppeld samenstel het teken of de tekens, vermeld in dat lid, voeren.Een duwstel, dat door twee duwboten naast elkaar wordt voortbewogen, moet de tekens bedoeld in het vierde lid op de duwboot aan stuurboord voeren. Een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat verschillende gevaarlijke stoffen vervoert, bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, moet uitsluitend de tekens voeren voor de gevaarlijke stof die volgens de voorgaande leden het grootste aantal blauwe lichten of kegels vereist.Een schip, dat in het bezit is van een certificaat van goedkeuring, als bedoeld in het ADN, nr. 8.1.8, en dat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor een schip als bedoeld in het eerste lid, mag, indien het gelijktijdig met een schip, dat de tekens bedoeld in het eerste lid moet voeren, wil worden geschut, bij het naderen van een sluis, de tekens bedoeld in het eerste lid voeren. De sterkte van de blauwe lichten voorgeschreven in één der voorgaande leden dient tenminste gelijk te zijn aan die van blauwe gewone lichten. 2-Ligplaats nemen in de nabijheid van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren Een schip mag geen ligplaats nemen binnen de afstanden ten opzichte van een ander schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel, zoals hieronder wordt bepaald: a. binnen 10 m van een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat het teken bedoeld in artikel 3.14, eerste lid, voert;b. binnen 50 m van een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat de tekens bedoeld in artikel 3.14, tweede lid, voert;c. binnen 100 m van een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat de tekens bedoeld in artikel 3.14, derde lid, voert. Het verbod bedoeld in het eerste lid, onder a, geldt niet: a. voor een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat eveneens dit tekenvoert;b. voor een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel dat dit teken niet voert, maar dat voorzien is van een certificaat van goedkeuring bedoeld in het ADN, nr. 8.1.8.1, en dat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor een schip als bedoeld in artikel 3.14, eerste lid. De bevoegde autoriteit kan voor het ligplaats nemen in bijzondere gevallen kleinere afstanden toestaan dan die welke in het eerste lid zijn vermeld.Dit artikel is van overeenkomstige toepassing voor de afstanden binnen welke een schip, een duwstel of een gekoppeld samenstel, dat verplicht is de tekens bedoeld in artikel 3.14 te voeren, geen ligplaats mag nemen van een ander schip. 3-Bewaking en toezicht Een stilliggend schip dat is geladen met de stoffen, bedoeld in het ADN, nr. 7.1.5.0.1 of nr. 7.2.5.0.2, of dat na het vervoer van dergelijke stoffen nog niet is ontdaan van gassen die gevaar op kunnen leveren moet zijn gesteld onder een zich voortdurend aan boord bevindende terzake kundige wachtsman. Deze verplichting geldt niet voor een in een haven stilliggend schip waaraan de bevoegde autoriteit daarvan vrijstelling of ontheffing heeft verleend. 4-Afmeting blauwe kegel Voor kegels: een hoogte van 60 cm en een middellijn van het grondvlak van 60 cm,zodanig dat de middellijn van het grondvlak niet meer is dan de hoogte; 5-ADN 7.1.5.0 Seinvoering( droge lading) 7.1.5.0.1 Schepen, die de in hoofdstuk 3.2, Tabel A genoemde gevaarlijke goederen vervoeren, moeten de in kolom (12) van deze Tabel aangegeven seinvoering conform Artikel 3.14 van de CEVNI voeren.7.1.5.0.2 Schepen, die de in hoofdstuk 3.2, Tabel A genoemde verpakte, gevaarlijke goederen uitsluitend in containers vervoeren, moeten de blauwe kegels of blauwe lichten als bedoeld in Kolom (12) van deze Tabel voeren indien: drie blauwe kegels of drie blauwe lichten zijn vereist, oftwee blauwe kegels of twee blauwe lichten zijn vereist, in Kolom (4) van deze Tabel de verpakkingsgroep I of in kolom (3) de Klasse 2 is vermeld en de totale bruto massa van deze goederen meer dan 30 000 kg bedraagt, oféén blauwe kegel of één blauw licht is vereist, in Kolom (4) van deze Tabel de verpakkingsgroep I of in Kolom (3) de Klasse 2 is vermeld en de totale bruto massa van deze goederen meer dan 130 000 kg bedraagt. 7.1.5.0.3 Schepen, die lege, niet gereinigde tanks vervoeren, moeten de seinvoeringals bedoeld in hoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) voeren indien de tanks gevaarlijkegoederen hebben bevat, waarvoor in deze Tabel een seinvoering werd vereist.7.1.5.0.4 Indien een schip onder meerdere voorschriften met betrekking totseinvoering valt, moet worden voldaan aan die seinvoering die hieronder als eerste isgenoemd: – drie blauwe kegels of drie blauwe lichten; – twee blauwe kegels of tweeblauwe lichten; – een blauwe kegel of een blauw licht. Varende schepen Schepen, die stoffen en voorwerpen van de Klasse 1 of goederen van de Klasse 4.1 of 5.2, vervoeren, waarvoor in hoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten is voorgeschreven, moeten tijdens de vaart, voor zover mogelijk, een afstand van ten minste 50 m van ieder ander schip in acht nemen. 6-Ligplaats nemen 7.1.5.4.1 Schepen, die gevaarlijke goederen vervoeren, mogen geen ligplaats nemen ten opzichte van andere schepen op een geringere afstand als is voorgeschreven door de regelgeving waarnaar wordt verwezen in afdeling 1.1.4. 7.1.5.4.2 Aan boord van stilliggende schepen, die een seinvoering als bedoeld inhoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) moeten voeren, moet zich permanent een deskundige als bedoeld in 7.1.3.15 bevinden. De plaatselijk bevoegde autoriteit kan echter de schepen, die in een haven of op daarvoor toegelaten plaatsen stilliggen van deze verplichting ontslaan. 7.1.5.4.3 Buiten de door de plaatselijk bevoegde autoriteit speciaal aangegeven ligplaatsen, mag bij het ligplaats nemen de onderstaande afstand niet worden onderschreden: 100 m van gesloten woongebieden, kunstwerken en tankopslagplaatsen, indien het schip conform hoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) een seinvoering met één blauwe kegel of één blauw licht moet voeren;100 m van kunstwerken en tankopslagplaatsen die gas of brandbare vloeistoffen bevatten en 300 m van gesloten woongebieden, indien het schip conform hoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) een seinvoering met twee blauwe kegels of twee blauwe lichten moet voeren;500m van gesloten woongebieden, kunstwerken en tankopslagplaatsen, indien het schip conform hoofdstuk 3.2, Tabel A, Kolom (12) een seinvoering met drie blauwe kegels of drie blauwe lichten moet voeren Tijdens het wachten voor sluizen of bruggen is het toegestaan geringere afstanden aan te houden. In deze gevallen geldt echter een minimale afstand van 100 m. 7.1.5.4.4 De plaatselijk bevoegde autoriteit kan met het oog op de plaatselijke omstandigheden geringere als de in 7.1.5.4.3 genoemde afstanden toelaten. 7-Stilleggen van de schepen Indien het varen van een schip, dat stoffen en voorwerpen van de Klasse 1 of goederen van de Klasse 4.1 of 5.2, vervoert, waarvoor in 3.2, Tabel A, Kolom (12) het voeren van drie blauwe kegels of drie blauwe lichten is voorgeschreven, gevaar dreigt op te leveren, ten gevolge van, hetzij invloeden van buitenaf (ongunstige weersomstandigheden, ongunstigetoestand van de vaarweg, enz.),hetzij de toestand van het schip zelf (ongeval of incident),moet het schip, met inachtneming van de voorschriften als bedoeld in 7.1.5.4, op een geschikte en een van woonhuizen, havens, kunstwerken of opslagplaatsen voor gassen of brandbare vloeistoffen zover mogelijk verwijderde plaats worden afgemeerd. De plaatselijk bevoegde autoriteit moet onverwijld op de hoogte worden gesteld 8-7.2.5.0 Seinvoering( Tankschepen) 7.2.5.0.1 Schepen, die de in 3.2, Tabel C aangegeven stoffen vervoeren, moeten het in Kolom (19) aangegeven aantal blauwe kegels of lichten voeren conform hoofdstuk 3 van de Europese Code voor Binnenlandse Waterwegen (CEVNI). Indien op basis van de lading geen blauwe kegels/lichten zijn vereist, maar de concentratie brandbaregassen of giftige gassen en dampen in de ladingtanks is hoger dan 20 % van de onderste explosiegrens (OEG) of overschrijdt de nationaal aanvaarde grenswaarde, dan wordt het aantal blauwe kegels of blauwe lichten bepaald door de laatste lading welke seinvoering plichtig was. 7.2.5.0.2 Indien een schip onder meerdere seinvoeringsvoorschriften valt, moet worden voldaan aan die seinvoering die hieronder als eerste is genoemd: – twee blauwe kegels of twee blauwe lichten; – een blauwe kegel of een blauw licht.tel toevoegen 9-Ligplaats nemen 7.2.5.4.1 Schepen, die gevaarlijke goederen vervoeren, mogen geen ligplaats nemen ten opzichte van andere schepen op een geringere afstand dan die welke voorgeschreven zijn in de reglementen waarnaar in 1.1.4.6 wordt verwezen. 7.2.5.4.2 Aan boord van stilliggende schepen moet zich permanent een deskundige als bedoeld in 7.2.3.15 bevinden. De plaatselijk bevoegde autoriteit kan echter de schepen die in een haven of op daarvoor toegelaten plaatsen stilliggen van deze verplichting ontslaan. 7.2.5.4.3 Buiten de door de plaatselijk bevoegde autoriteit speciaal aangegevenligplaatsen mag bij het ligplaats nemen de onderstaande afstand niet wordenonderschreden: 100 m van gesloten woongebieden, kunstwerken en tankopslagplaatsen, indienhet schip conform Hoofdstuk 3.2, Tabel C, Kolom (19) een seinvoering met éénblauwe kegel of één blauw licht moet voeren;100 m van kunstwerken en tankopslagplaatsen en 300 m van geslotenwoongebieden, indien het schip conform Hoofdstuk 3.2, Tabel C, Kolom (19) eenseinvoering met twee blauwe kegels of twee blauwe lichten moet voeren; Tijdenshet wachten voor sluizen of bruggen is het toegestaan geringere afstanden aan tehouden. In deze gevallen geldt echter een minimale afstand van 100 m 7.2.5.4.4 De bevoegde autoriteit kan met het oog op de plaatselijke omstandigheden geringere als de in 7.2.5.4.3 genoemde afstanden toelaten. Hieronder kunt u heel eenvoudig het bestand downloaden en/of uitprinten: PRINT dit bericht of maak er een PDF van. Andere berichten die u misschien ook interessant vind: Geen overeenkomende berichten.