Nieuws

Geluidsseinen

1Algemene seinen
2Seinen bij naderen op tegengestelde koersen
3Seinen bij het voorbijlopen
4Seinen bij het keren
5Seinen bij het in- en uitvaren van havens en nevenvaarwateren of bij het oversteken van een hoofdvaarwater
6Seinen bij slecht zicht
7Geluidsseinen algemeen( Download)
Zeer korte stoot, tijdsduur ongeveer een kwart seconde.

Korte stoot, tijdsduur ongeveer 1 seconde.

Lange stoot, tijdsduur ongeveer 4 seconden.

De tijdruimte tussen twee opéénvolgende stoten bedraagt ongeveer 1 seconde.

• Een reeks zeer korte stoten wordt gevormd door tenminste[lees: ten minste] 6 stoten, elke durende ongeveer een kwart seconde, waarbij de tijdruimte tussen de opéénvolgende stoten ongeveer een kwart seconde bedraagt. (art. 1.01, onder C, 8°.).

• Een reeks klokslagen moet ongeveer 4 seconden duren. In plaats daarvan mogen ook reeksen slagen van metaal op metaal worden gegeven.

Een groot motorschip moet gelijktijdig met een geluidssein een geel helder rondom schijnend lichtsein tonen. (art. 4.01, lid 2).

Een klein schip moet ter voorkoming van aanvaring zonodig het attentiesein, het sein ‘Ik kan niet manoeuvreren’ en het noodsein, vermeld in afdeling A van bijlage 6, geven en het mag zonodig een der overige algemene geluidsseinen, vermeld in afdeling A, en het mistsein, vermeld in afdeling G van bijlage 6, geven, maar mag NIET de manoeuvreerseinen, vermeld in afdeling B, C, D en E van bijlage 6, geven (art. 4.02, lid 2 en lid 3).

1-Algemene seinen

Attentie
Ik ga stuurboord uit
Ik ga bakboord uit
Ik sla achteruit
Ik kan niet manoeuvreren
Er dreigt gevaar voor aanvaring
Verzoek om medische hulp
Noodsein
Blijf weg sein
Verzoek tot het bedienen van een beweegbare brug of van een sluis

2-Seinen bij naderen op tegengestelde koersen

Op alle vaarwegen met uitzondering van de Geldersche IJssel en de Maas
Op alle vaarwegen met uitzondering van de Geldersche IJssel en de Maas
Voornemen tot ontmoeten stuurboord op stuurboord; afwijking van de hoofdregel; (tevens tonen lichtblauw bord)
Ik wil stuurboord op stuurboord voorbijvaren
Akkoord, u kunt stuurboord op stuurboord voorbijvaren
Neen, u kunt niet stuurboord op stuurboord voorbijvaren
2. Op de Geldersche IJssel en de Maas
Voornemen tot ontmoeten bakboord op bakboord
Opvarend schip: ‘Ik wil bakboord op bakboord voorbijvaren’
BIJLAGE 4 5599Afvarend schip: ‘Akkoord, u kunt bakboord op bakboord voorbijvaren’
Voornemen tot ontmoeten stuurboord op stuurboord (tevens tonen lichtblauw bord)
Opvarend schip: ‘Ik wil stuurboord op stuurboord voorbijvaren’
Afvarend schip: ‘Akkoord, u kunt stuurboord op stuurboord voorbijvaren’

3-Seinen bij het voorbijlopen

Voornemen tot voorbijlopen aan bakboord van de opgelopene
Oploper: ‘Ik wil u aan bakboord voorbijlopen’
BIJLAGE 4 5603Opgelopene: ‘Akkoord, u kunt mij aan bakboord voorbijlopen’ *)
afwijking:
Opgelopene: ‘Neen, u moet mij aan stuurboord voorbijlopen’
BIJLAGE 4 5606Oploper: ‘Akkoord, ik zal u aan stuurboord voorbijlopen’
Voornemen tot voorbijlopen aan stuurboord van de opgelopene
Oploper: ‘Ik wil u aan stuurboord voorbijlopen’
Opgelopene: ‘Akkoord, u kunt mij aan stuurboord voorbijlopen’ *)
afwijking:
BIJLAGE 4 5610Opgelopene: ‘Neen, u moet mij aan bakboord voorbijlopen’
Oploper: ‘Akkoord, ik zal u aan bakboord voorbijlopen’
Indien voorbijlopen onmogelijk is
Opgelopene: ‘U kunt mij niet voorbijlopen’

4-Seinen bij het keren

Ik ga over stuurboord keren
Ik ga over bakboord keren

5-Seinen bij het in- en uitvaren van havens en nevenvaarwateren of bij het oversteken van een hoofdvaarwater

Ik ga stuurboord uit
Ik ga bakboord uit
Ik ga oversteken

6-Seinen bij slecht zicht

1. Op radar varende grote schepen (zo dikwijls als nodig is te geven)
Varend groot schip of samenstel *, dat met de andere schepen geen marifooncontact tot stand kan brengen
*Bij een samenstel moet het geluidssein slechts worden gegeven door het schip aan boord waarvan zich de schipper van het samenstel bevindt, (art. 6.32, lid 6, en art 6.33, lid 1).
BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 Varende veerpont die met de andere schepen geen marifooncontact tot stand kan brengen
2. Zonder radar varende schepen (met tussenpozen van ten hoogste één minuut te geven)
Varend schip of samenstel *)
*Bij een samenstel moet het geluidssein slechts worden gegeven door het schip aan boord waarvan zich de schipper van het samenstel bevindt, (art. 6.32, lid 6, en art 6.33, lid 1).
BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 Varende veerpont
3. Seinen tijdens het stilliggen
Schip, duwstel of gekoppeld samenstel dat in het vaarwater of in de nabijheid daarvan op een gevaarlijke plaats stilligt of is vastgevaren, wanneer het per marifoon verneemt dat andere schepen naderen of wanneer en zolang het het geluidssein van een naderend schip hoort
BIJLAGE 4 5606 BIJLAGE 4 5606 Idem; mag alleen worden gegeven door een zeegaand schip

7-Geluidsseinen algemeen( Download)

Download hier de algemene geluidsseinen