Nieuws, Veiligheid

Man overboord

1Man overboord: hoe voorkomen? En hoe handelen?
2Zorg dat je schip een goed overzichtelijk dek heeft en goed begaanbaar is
3Bereid je bemanning goed voor op jullie reis
4Draag je reddingvest
5Wees je bewust van risico’s
6Toch iemand overboord, wat dan?
7Als jij overboord ligt, wat dan?
8Naar de drenkeling toe: denk na!
9Als de drenkeling onderkoeld is
10Hypothermie of onderkoeling
11Verschijnselen onderkoeling
12Overlevingstijden
13Hoe herken je een drenkeling?
14Hoe benader je een drenkeling?
15Hoe bereid je je voor op een plotselinge situatie?
16Mond-op-mond beademing

1-Man overboord: hoe voorkomen? En hoe handelen?

Als iemand overboord valt, is een nachtmerrie begonnen. Misschien lijkt de situatie eerst nog overzichtelijk en kan iedereen nog lachen. Maar vaak zijn er al snel problemen die slecht of niet op te lossen zijn. Te water raken is levensbedreigend. Zeker in het koude Nederlandse water raken drenkelingen snel onderkoeld. Met een paar eenvoudige en overzichtelijke maatregelen kun je proberen te voorkomen dat iemand overboord slaat. En als het toch gebeurt, zorg dan dat je weet wat je moet doen.

• Hoe voorkom je dat iemand overboord slaat? Er zijn een paar belangrijke zaken die je moet weten. En hier vind je ook een paar maatregelen die je kunt nemen op een rij. 

2-Zorg dat je schip een goed overzichtelijk dek heeft en goed begaanbaar is

  • Dragen van veiligheidsschoenen.

  • Looppaden voorzien van anti-slip.

  • Zekeren tijdens werkzaamheden in het gangboord (wanneer geen reling beschikbaar).

  • Zorgen voor een veilige overstap en overstap aandachtig maken.

  • Zorgen voor een opgeruimde werkplek.

  • 3-Bereid je bemanning goed voor op jullie reis

  • Zorg dat alle bemanningsleden goed op de hoogte zijn van omgaan met alle onderdelen op je schip.

  • Licht je bemanning in over noodprocedures, dat kan ook jouw leven redden
  • .
  • Realiseer je dat met hoe minder mensen je aan boord bent, hoe kwetsbaarder je bent

  • En ook: de schipper is de baas aan boord. De bemanning moet de schipper willen gehoorzamen, anders ontstaat er in probleemgevallen een onhoudbare situatie 

  • 4-Draag je reddingvest

  • Zorg dat het in goede conditie is, dan weet je dat het zal werken, mocht je toch overboord gaan.

  • Het is voorzien van een fluit en een (flits-)licht.

  • In ieder geval heeft je reddingvest een capaciteit van 275N en blijft het aan omdat je de ceintuur goed hebt aangetrokken, of nog liever, kruisbanden gebruikt. Er zijn goed werkende personal locator beacons (PLB’s) of AIS-SART ’s in de handel, waardoor een MOB is te lokaliseren.

  • 5-Wees je bewust van risico’s 

  • In slecht weer met flinke zeegang maakt het schip bewegingen waardoor alles niet meer zo eenvoudig gaat als in de haven. Boven windkracht 4 is normaal bewegen eigenlijk niet meer mogelijk.

  • In het donker kost het je zintuigen meer moeite om de alledaagse taken goed uit te voeren.

  • Kleed je bij lage temperaturen slim aan, want onderkoeling vermindert je waarneming of je conditie. Warm drinken en eten helpt ook.

  • Ook als je moet plassen kun je beter niet aan dek gaan. Van alle verdronken mannen die worden teruggevonden had driekwart de gulp open staan

  • 6-Toch iemand overboord, wat dan?

    ► Het allerbelangrijkste is om zo snel mogelijk alarm te slaan via de marifoon, zit je in een blokgebied met een verkeerspost, dan roep je die op.
    De verkeerspost weet precies waar je bent, deze lezen je AIS uit en starten de hulp verlening op. Doordat zei weten waar je bent kunnen ze gericht hulp bieden, ze bellen de hulpdiensten in de juiste regio.
    Als je alarm slaat via de marifoon dan kunnen schepen in de buurt ook snel reageren en hulp bieden.
    Zit je niet in een gebied waar een verkeerspost is dan bel je 112, houdt er rekening mee dat je binnen komt in een centrale meldkamer, je zelf in paniek kan zijn en je niet gelijk de juiste regio aan de telefoon krijgt waar je bent. Probeer kalm te blijven, ook al zal dat moeilijk gaan.

    • Blijf voortdurend naar de drenkeling wijzen en verlies hem niet uit het oog.

    • Het is heel belangrijk hoeveel mensen er nog aan boord overblijven, of dat de enig overgeblevene alles moet doen.

    • Roep iets naar de drenkeling, zodat hij weet dat hij is opgemerkt.

    • Gooi de reddingboei met licht en redlijn naar de drenkeling.

    • Ga in ieder geval niet zelf te water om de drenkeling bij te staan: laat de redders dat doen.

    • Probeer terug te varen naar de positie waar de drenkeling te water raakte, maar houd er rekening mee dat stroom intussen ook zijn werk heeft gedaan.

    • Houd zo mogelijk de drenkeling in de gaten terwijl je alarm geeft aan de instanties. Vertrouw niet teveel op je eigen kunnen bij het binnenhalen van de drenkeling. Je kunt de hulp van een ander schip goed gebruiken.

    • Alarmeer de kustwacht via marifoonkanaal 16 met een MAYDAY MAYDAY bericht. Als je om zoekhulp vraagt, moeten alle schepen in de buurt ook mee helpen zoeken.

    • In alle gevallen zal de kustwacht je vragen om je positie en de overige omstandigheden. Noem dan behalve je GPS-positie ook globaal waar je bent.

    7-Als jij overboord ligt, wat dan?

    ► Optimaliseer je overlevingskansen en blijf optimistisch over je redding: de wil om te overleven redt levens.

    • Er is je iets toegeroepen zodat je weet dat je bent opgemerkt.

    • Als het goed is zijn er je reddingsboeien toegeworpen waarmee je je drijvend kunt houden. Houd ze zoveel mogelijk bij de hand. Probeer daarmee zo hoog mogelijk boven het water te komen om onderkoeling voor te blijven.

    • Als je je reddingvest aan hebt, zal dat je op je rug draaien. Maak je zo klein mogelijk en neem de HELP-houding (Heat Emission Lessening Position) aan, tegen warmteverlies.

    • Schakel het licht op je reddingvest aan, dan ben je ook overdag beter zichtbaar. Het brandt honderd uur.  

    8-Naar de drenkeling toe: denk na!  

  • De omstandigheden zijn bepalend voor de manier waarop je terugvaart naar de drenkeling. Veel hangt af van de hoeveelheid bemanning en de weersomstandigheden.

  • Zeil je terug of ga je op de motor?

  • Is het licht of donker?

  • Heb je de drenkeling nog in het oog of heb je geen idee waar je heen moet?

  • De GPS geeft je de positie waar het incident plaatsvond, maar wat heeft intussen de stroom gedaan?

  • Je loopt het risico de drenkeling te overvaren of te verwonden met je schroef. Nader je de drenkeling bovenwinds, dan loop je het risico over hem heen te drijven. Heb je een lijn overboord gegooid, pas dan op dat die niet in de schroef komt 

  • 9-Als de drenkeling onderkoeld is

  • Het kan zijn dat de drenkeling het bewustzijn heeft verloren door onderkoeling. Als hij op zijn rug ligt, kan hem dat zijn leven schelen.

  • Een bewusteloze drenkeling kan niet zelf meewerken aan zijn redding, je zult het dus helemaal zelf moeten opknappen.

  • De drenkeling moet horizontaal uit het water worden gehaald om hartproblemen te voorkomen. Je zult moeten reanimeren als hij eenmaal aan boord geen waarneembare hartslag meer blijkt te hebben.

  • Er is het risico van ‘secondary drowning’. Door ingeademd water of spray treedt er in de longen osmose op. Daardoor worden de longen gevuld met vocht. Dit kan uren later optreden, als de drenkeling alweer veilig op het droge is gebracht. Vaak wordt een drenkeling die water heeft ingeademd ter controle een nacht in het ziekenhuis opgenomen.

  • Belangrijk: maak de drenkeling nooit aan de boot vast terwijl je naar een haven vaart

  • 10-Hypothermie of onderkoeling

    ► Onderkoeling is een groot gevaar voor de drenkeling. Er moet altijd deskundige hulp ingeschakeld worden. Het lichaam verliest veel meer warmte als het in het koude water ligt dan het zelf kan produceren. Daarom koelt de lichaamstemperatuur af. Als de kerntemperatuur van het lichaam lager is dan 35 graden wordt er gesproken over hypothermie of onderkoeling. Het lichaam wil niet afkoelen en neemt maatregelen door meer warmte te gaan produceren en de stofwisseling op te voeren. Dit merk je aan het rillen, huiveren en klappertanden van het slachtoffer. Aan de verschijnselen is te zien hoe erg de onderkoeling is.

    11-Verschijnselen onderkoeling

    Bij onderkoeling worden vier fasen onderscheiden.

    Fase 1

    Is de temperatuur lager dan 35° Celsius dan zijn de volgende verschijnselen te constateren:

    • bleek
    • rillen
    • uitputting
    • coördinatieverlies
    • snelle hartslag
    • snelle diepe ademhaling
    • verward, suf en zelfs agressief
    • Zwakke pols

    Fase 2

    Is de temperatuur tussen 34° en 30° Celsius dan uit zich dat door:

    • geen pijn voelen
    • zwakke pols
    • langzame en onregelmatige hartslag
    • slaperig, maar nog wel te wekken
    • star gezicht en spierstijfheid
    • onregelmatige ademhaling
    • geen rillen meer
    • Adempauze

    Fase 3

    Is de lichaamstemperatuur tussen 30° en 27° Celsius dan gebeurt het volgende:

    • niet meer te wekken bewusteloos
    • wijde pupillen die wel reageren
    • nauwelijks te voelen pols
    • lange adempauzes
    • ernstige hartritmestoornissen zijn mogelijk
    • Geen pupilreflex

    Fase 4

    Bij een inwendige lichaamstemperatuur tussen 27° en 24° Celsius is het slachtoffer schijndood of dood.

    • De verschijnselen zijn:
    • geen pupilreflex
    • geen merkbare pols
    • ademstilstand
    Lichaamstemperatuur Verschijnselen bij onderkoeling 
    37° C Toename van de stofwisseling (rillen) 
    35° C Desoriëntatie, verlaagde hartslag en verwardheid 
    33° C Spierstijfheid, grote pupillen en verwardheid, rillen en huiveren is gestopt, krampen, onsamenhangend spreken
    31° CGeen peesreflexen meer, het slachtoffer kan bewusteloos raken door onvoldoende zuurstoftoevoer 
    29° C Bewusteloos, geen reactie op pijnprikkels, hartstilstand. Iedere bewusteloze of schijndode waarbij de verdenking bestaat op hypothermie dient gereanimeerd en deskundig opgewarmd te worden.
    Grens tussen leven en dood. 
    27° CDe dood kan intreden, geen reanimatie meer mogelijk
    Bron: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl

    12-Overlevingstijden

    ►De overlevingskansen van een drenkeling zijn ondermeer afhankelijk van de temperatuur van het water en de tijd dat hij in het water ligt. Als het water 0 graden is, moet hij binnen 9 minuten uit het water gehaald zijn. Er spelen meer factoren mee, zoals de conditie van de drenkeling, de aanwezigheid van onderhuids vet, of het waait en of de drenkeling medicijnen gebruikt of alcohol heeft gedronken. Onderstaand schema geeft dan ook geschatte overlevingstijd weer die voor elke drenkeling iets anders uit kunnen pakken
    Watertemperatuur Geschatte overlevingstijd in het water 
    0° C ongeveer 9 minuten
    5° C ongeveer 1 uur 
    10° Congeveer 1 uur en 45 minuten 
    15° C ongeveer 6 uur en 30 minuten 
    20° Congeveer 30 uur 
    25° C ongeveer 4 dagen of langer
    Bron: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl

    13-Hoe herken je een drenkeling?

    ► Veel mensen denken dat een drenkeling schreeuwt en met zijn handen zwaait. Maar in de praktijk is dat meestal niet zo.

    • Iemand die verdrinkt oogt van een afstand vaak eerder kalm dan paniekerig. Meestal hangt de drenkeling rechtop in het water, met de armen zijwaarts uitgestrekt en zonder de benen te bewegen. Het hoofd hangt naar achteren en de mond komt af en toe onder water. De ogen zijn vaak wijd opengesperd. Deze instinctieve reactie kan een minuut duren, daarna is het te laat en zinkt de drenkeling.

    • Omdat iemand die verdrinkt vaak geen duidelijke hulpsignalen geeft, kan het lijken alsof er niets aan de hand is. Zo gebeurt het dat iemand verdrinkt terwijl mensen toekijken of er zwemmers in de buurt zijn.

    14-Hoe benader je een drenkeling

    1. Blijf kalm

    • Let op gevaar (verkeer)
    • Bekijk situatie en locatie
    • Bel 112

    2. Werk samen

    • Schakel omstanders in
    • Wie kan reanimeren
    • Wie roept hulp (arts, iemand met EHBO)
    • Wie halen reddingsboei, touw, stok of dekens

    3. Ga voorzichtig te water

    • Nooit duiken, het water kan ondiep zijn
    • Geen drijver of reddingsboei? Gebruik een touw, stok of aan elkaar geknoopte kleding om de drenkeling op de kant te krijgen.

    4. Verzorg en reanimeer

    • Verzorg het slachtoffer
    • Pas mond-op-mond beademing toe totdat de ambulance is gearriveerd
    • Hoe reanimeer ik?

    5. Verzorg de redder

    • Bied handdoek en droge kleren aan
    • Bied de redder een plek om op te warmen
    • Breng de redder thuis

    15-Hoe bereid je je voor op een plotselinge situatie?

    Leer zwemmen, meld je aan bij het plaatselijke zwembad
    Leer zwemmend redden, meld je aan bij het plaatselijke zwembad of reddingsbrigade
    Leer reanimeren, meld je aan bij het Rode Kruis of de plaatselijke Reddingsbrigade of EHBO-vereniging

    Laat nooit iemand stikken, pas mond-op-mondbeademing toe

    Reanimatie van drenkelingen draait niet om het hart, maar om het voorkomen van een gebrek aan zuurstof. Mond-op-mondbeademing kan dus levens redden. 

    16-Mond-op-mond beademing

  • Maak strak zittende kleding los.

  • Leg een hand op het voorhoofd en voer de kinlift uit.

  • Van de hand die op het voorhoofd ligt gebruik je duim en wijsvinger voor het dicht knijpen van de neus van het slachtoffer.

  • Adem normaal in en sluit je mond goed om de mond van het slachtoffer. Denk aan het happen in een appel maar dan zonder tanden te gebruiken.

  • Blaas gedurende 1 seconde gelijkmatig lucht in de longen van het slachtoffer. Kijk tijdens het inblazen of de borstkas iets omhoog komt.

  • Haal je hoofd omhoog, hou de handen op de zelfde plek en kijk of de borstkas weer zakt. Als dit gebeurt is herhaal je nog een keer stap 4 en 5.
  • Dit artikel is samengesteld door informatie van de volgende website’s:

    Varen doe je samen
    Platform zero incidents
    Maatschappij tot redding van drenkelingen
    Mens en gezondheid
    Rode Kruis

    Wij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze tekst. U dient zelf de plaatselijke omstandigheden en de daarbij behorende wetten en reglementen te controleren!

    Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is einde-bericht-website-1024x137.png