Handig, Kennis, Nieuws

Vaartijdenboek

Er is op internet veel te vinden over het vaartijdenboek, wij hebben het één en ander uitgezocht en het bij elkaar gezet, de informatie komt uit onze Whatsapp groep, FaceBook, SAB, Wereld van de binnenvaart, Coby Doeleman en IL&T.

We hebben ook de richtlijnen in het Nederlands en Duits en het Reglement betreffende het scheepvaart personeel op de Rijn als PDF bijgevoegd onderaan het bestand, deze zijn op te slaan en te downloaden.

Het vaartijdenboek is een verplicht document voor elk binnenschip of ander vaartuig, met uitzondering van veerponten en veerboten, dat bedrijfsmatig en zelfstandig op de binnenwateren vaart. In het vaartijdenboek dienen onder andere de vaar- en rusttijden, het aantal bemanningsleden en hun functie te worden genoteerd. Hiervoor is de gezagvoerder verantwoordelijk. Bij het vaartijdenboek hoort een Verklaring van afgifte.

Gebruik

Het gebruik van het boek is ingesteld om oververmoeidheid en concentratiegebrek van de bemanning tegen te gaan en is daarmee een sociale regeling voor de Rijn- en binnenvaart. Het dient ervoor de arbeidsbescherming aan boord van de schepen en de veiligheid van de vaart zo veel mogelijk te waarborgen. Daarom zijn er wettelijk eisen gesteld aan het aantal uren dat bemanningsleden maximaal mogen werken en minimaal moeten rusten. Deze zijn afhankelijk van de exploitatiewijze van het schip. In een aantal gevallen is een tachograaf voorgeschreven als ondersteuning, maar in beperktere mate dan de Rijtijdenwet 1936. Ook de samenstelling van de bemanning wordt hierin geregeld.

Controles

Met het vaartijdenboek kunnen de dienstboekjes worden gecontroleerd. Een dienstboekje is een op naam gesteld document voor bemanningsleden van een professioneel varend binnenschip. In principe dient elk lid van de bemanning van een binnenschip in het bezit zijn van een op naam gesteld dienstboekje. Het dienstboekje dient voor personen die een patent of vaarbewijs willen verkrijgen ook voor het aantonen van vaartijd en scheepsreizen op de Rijn en op andere vaarwegen.

Verklaring van afgifte vaartijdenboek

Een verklaring van afgifte vaartijdenboek is een registratiekaart die hoort bij het vaartijdenboek. Als het boek vol is, kan er een nieuw worden aangevraagd, dat wordt voorzien van een vervolgnummer. Op deze registratiekaart staat hoeveel vaartijdenboeken er in de afgelopen jaren voor het schip zijn afgegeven.

Aantekeningen in het vaartijdenboek

De aantekeningen die de schipper in dit vaartijdenboek dient aan te brengen dienen te voldoen aan het Reglement onderzoek schepen op de Rijn. Daaraan wordt geacht te zijn voldaan, wanneer de aantekeningen het tijdvak van 48 uur bestrijken dat onmiddellijk voorafgaat aan het binnenvaren van het toepassingsgebied van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn.

De functies van de bemanningsleden kunnen als volgt worden aangeduid:

  • Cd-Sch = Conducteur-Schiffsführer-Schipper
  • Ti-St = Timonier-Steuermann-Stuurman
  • mMt-Bm-vMt = Maître-matelot-Bootsmann-Volmatroos
  • Mm = Matelot garde-moteur-Matrose-Motorwart-Matroos-motordrijver
  • Mt = Matelot-Matrose-Matroos
  • Hp-Dm = Homme de pont-Decksmann-Deksman
  • Ms-Sj = Mousse-Schiffsjunge-Scheepsjongen
  • Mc = Mecanicien-Maschinist-Machinist

Op iedere bladzijde dient het volgende te worden aangetekend:

  • De exploitatiewijze (aantekeningen in verband met een wijziging van exploitatiewijze dienen steeds op een nieuwe bladzijde te worden aangebracht).
  • Zodra het schip de vaart begint:
    1e kolom- de datum (dag en maand).
    2e kolom – de tijd (uur en minuten).
    3e kolom – de plaats waar de vaart begint.
    4e kolom – de kilometerraai van die plaats.
  • Zodra het schip de vaart onderbreekt:
    1e kolom – de datum (dag en maand) indien deze afwijkt van de begindatum.
    5e kolom – de tijd (uur en minuten).
    6e kolom – de plaats waar het schip stilligt.
    7e kolom – de kilometerraai van die plaats.
  • Zodra het schip de vaart voortzet: dezelfde aantekeningen als bij het begin van de vaart.
  • Zodra het schip de vaart beëindigt: dezelfde aantekeningen als bij een onderbreking van de vaart.
  • De 8e kolom moet worden ingevuld wanneer de bemanning voor de eerste keer aan boord komt en vervolgens telkens wanneer deze van samenstelling verandert.
  • In de kolommen 9 t/m 11 moet het begin en het einde van de rusttijd van elk bemanningslid worden aangetekend. Deze aantekeningen dienen uiterlijk om 08 uur de volgende ochtend te worden aangebracht. Ingeval de bemanningsleden hun rust nemen volgens een regelmatig rooster, kan per reis met één schema worden volstaan.
  • In de kolommen 12 en 13 moet bij wisseling van de bemanning telkens het tijdstip van aan boord komen of van boord gaan worden vermeld.

    BRON: SAB

In het belang van de veiligheid van de vaart zijn er regels voor de deskundigheid van de bemanning, de samenstelling van de minimumbemanning en de rusttijden van de bemanningsleden.

Deskundigheid van de bemanning

De Binnenvaartwet bevat regels over de deskundigheid van de bemanning, samenstelling van de minimumbemanning en de rusttijden van de bemanning. De bekwaamheidseisen van de bemanning is nader uitgewerkt in paragraaf 2 van de Binnenvaartregeling. Voor de Rijn, Waal en Lek, zogenaamde aktewateren, staan de regels over de deskundigheid van de bemanning in het Reglement Scheepvaartpersoneel op de Rijn (Rsp).

Een schipper kan zijn deskundigheid aantonen met zijn vaarbewijs. De overige bemanningsleden tonen hun deskundigheid aan middels een dienstboekje.

Samenstelling van de minimumbemanning

De vereiste minimumbemanning is afhankelijk van het type schip. Daarnaast zijn de eisen nog verder ingevuld naar bijvoorbeeld de afmeting van het schip, het aantal passagiers, enzovoort.

De eisen aangaande de minimumbemanning voor de Rijn, Waal en Lek zijn te vinden in paragraaf 3 van het Reglement Scheepvaartpersoneel op de Rijn.

In hoofdstuk 5 paragraaf 3 van de Binnenvaartregeling staan de voorschriften voor de minimale bemanningssterkte. Paragraaf 5 van dit hoofdstuk bevat vrijstellingen. Deze vrijstellingen zijn ook van toepassing op de Rijn, Waal en de Lek wanneer de grens naar Duitsland niet wordt overschreden.

Rusttijden

De rusttijdregels uit het Rsp zijn van toepassing op bemanningsleden die géén werknemer zijn en die via de Rijn, Waal en Lek een internationale reis maken. Anders zijn in Nederland de rusttijdvoorschriften uit de Arbeidstijdenwet van toepassing. Voor de binnenvaart is dit verder uitgewerkt in het Arbeidstijdenbesluit vervoer hoofdstuk 5.

Per 1 januari 2017 is het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Atbv) uitgebreid met clausules uit de richtlijn arbeidstijden over arbeidstijden, rusttijden, seizoensarbeid in de passagiersvaart, pauzes, nachtarbeid, vakantie, medische keuring en bescherming van minderjarigen. Deze aanvullende clausules gelden alleen voor werknemers.

Controle op invullen vaartijdenboek

Aan de hand van het vaartijdenboek controleert de ILT of de voorschriften voor bemanning worden nageleefd. Het vaartijdenboek moet antwoord geven op vragen, zoals: 

  • in welke exploitatiewijze vaart het schip
  • welke bemanning is aan boord
  • welke reis heeft het schip en de bemanning afgelegd
  • wanneer heeft de bemanning gerust 

Het vaartijdenboek is dus cruciaal voor de controle op naleving. Indien het vaartijdenboek niet of niet juist is ingevuld begaat de gezagvoerder een overtreding. Wanneer zo’n overtreding wordt vastgesteld wordt er een boeterapport aangezegd. In het vaartijdenboek staat een instructie hoe deze ingevuld moet worden.

Het bijhouden van het vaartijdenboek, volgens welke één enkel schema per reis voor de aantekeningen van de rusttijden voldoende is, geldt uitsluitend voor de bemanningsleden in de exploitatiewijze B. In de exploitatiewijzen A1 en A2 moeten voor elk bemanningslid het begin en het einde van de rusttijden van elke dag gedurende de reis worden genoteerd. (zie ook 3.13 lid 6 onder a) van het RSP.

Meer informatie over het gebruik of het aanvragen van het vaartijdenboek.

BRON: IL&T



https://www.youtube.com/watch?v=aqwPNN2gRrc

Wij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze tekst. U dient zelf de plaatselijke omstandigheden en de daarbij behorende wetten en reglementen te controleren.