Rijn Pegelstanden Marke l en Marke ll

De basis van Marke is simpel.

De Rijn is verdeeld in vakken (bv km 150 tot 350). Waneer de waterstand zo is gestegen dat hij op Marke 1 staat (een schaal verdeling die op de kant is geschildert), dient men in het betreffende vak 1/3 uit de kant te blijven en een snelheid aan te houden van maximaal 20 kilometer per uur.

Wanneer het water verder stijgt naar Marke 2 dan word er overgegaan in een vaarverbod voor het betreffende vak. Schepen die zich in dit vak bevinden mogen niet door varen en moeten op last van de autoriteiten de vaart onderbreken. Alleen overheidsvaartuigen zoals Politie, Brandweer en de WSA (Water en Scheepvaart Ambt) mogen doorvaren, indien zij hier een reden toe hebben. Waneer het water weer zakt word de stremming opgeheven.

In het Rijnvaart Politie Reglement staat onder artikel 10.01:

HOOFDSTUK 10 BEPERKING VAN DE SCHEEPVAART BIJ HOOGWATER EN LAAGWATER Artikel 10.01

1. Beperking van de scheepvaart bij hoogwater bovenstrooms van het Spijksche Veer Tussen de Mittlere Rheinbrücke te Bazel (km 166,53) en de sluis te Kembs (km 179,10), alsmede tussen de sluizen bij Iffezheim (km 334,00) en het Spijksche Veer (km 857,40), gelden bij hoogwater, indien de waterstand zich tussen hoogwaterpeil I en II bevindt, voor de scheepvaart de volgende beperkingen:

a) Een schip, met uitzondering van een klein schip zonder motor, moet in afvaart zoveel mogelijk het midden van de rivier en in opvaart zoveel mogelijk het middelste derde gedeelte van de breedte van de rivier houden; als breedte van de rivier geldt de afstand tussen de oeverlijnen. Tijdens het varen, met inbegrip van het voorbijlopen, mogen zich ten hoogste twee eenheden naast elkaar bevinden;

b) Daar waar de plaatselijke omstandigheden het noodzakelijk maken dichter bij de oever te varen dan onder a is aangegeven moeten de in dat onderdeel bedoelde schepen desalniettemin zo ver mogelijk uit de oevers blijven en hun snelheid verminderen;

c) Artikel 9.04 blijft van toepassing. Tussen Lorch (km 540,20) en St. Goar (km 556,00) moet een opvarend schip in het middelste derde gedeelte van de rivier zó dicht de linkeroever aanhouden, dat het ontmoeten met een afvarend schip zonder gevaar bakboord op bakboord kan geschieden.

d) Onverminderd artikel 6.20 mag een schip ten opzichte van de oever niet sneller varen dan 20 km per uur;

e) Na het overschrijden van het hoogwaterpeil I mag een schip slechts op de betreffende riviervakken varen, indien het is uitgerust met een marifooninstallatie. De marifooninstallatie moet voor ontvangst zijn ingeschakeld op de voor de nautische informatie aangewezen kanalen. Dit geldt niet voor kleine schepen die door middel van spierkracht worden voortbewogen.

f) Na het overschrijden van het hoogwaterpeil I is het verboden te varen met een snel schip.

2. Een schip mag in het bij het derde lid genoemde vak niet varen, indien de waterstand het hoogwaterpeil II voor dat vak bereikt heeft of overschrijdt. Dit is niet van toepassing op het oversteken van de vaarweg.

3. De in het eerste en tweede lid bedoelde hoogwaterpeilen die gelden voor de op- en afvaart en de bij dat peil genoemde vakken zijn:

  1. Tussen Basel en de Kembs-sluizen kunnen de verantwoordelijke autoriteiten individuele vaartuigen en verbanden toelaten voor dit traject tot een waterpeil van 8,5 m op de Pegel Bazel-Rheinhalle als het waterpeil meer dan drie opeenvolgende dagen 8,20 m en de voorspellingen zijn dat het waterpeil de volgende twee dagen nog steeds boven deze markering zal staan.

  2. Tussen de sluizen van Kembs en de sluizen van Iffezheim (km 334,00) wordt de scheepvaart tijdens overstromingen als volgt geregeld:

    1. tussen de bovenste voorhaven van de Kembs-sluizen en de bovenste voorhaven van de Vogelgrün-sluizen is de scheepvaart niet onderhevig aan enige beperking vanwege overstromingen. Om echter ophoping van vaartuigen in de buitenhavens van de sluizen Kembs en Vogelgrün te voorkomen, kan het bevoegd gezag de vaartuigen naar de buitenhavens van de verschillende sluizen verdelen;

    2. tussen de Vogelgrünsluizen en de Iffezheimsluizen

      • de werking van de sluizen van een bepaalde sectie wordt stopgezet wanneer de hoogwaterlijn Marke II, die zichtbaar is op een muur aan de onderkop van deze sluizen, wordt bereikt of overschreden;

      • Het is kleine vaartuigen verboden te varen indien de zichtbaar aan de onderste kop van de bovenliggende sluis bevestigde hoogwatermarkering II is bereikt of overschreden.

        Het bevoegd gezag kan echter individuele vaartuigen en verbanden voor het traject van onder de sluis Vogelgrün tot onder de sluis van Straatsburg tot een waterpeil van 0,40 m boven de aangebrachte hoogwaterlijn II toestaan, indien het waterpeil hoger is geweest dan in hoofdzaak was gedurende drie opeenvolgende dagen boven hoogwaterlijn II en de voorspellingen zijn dat het waterpeil de volgende twee dagen nog steeds boven deze hoogwaterlijn zal staan.

    3. Op de rivierroute tussen de zuidelijke voorhaven (km 291,30) en de noordelijke voorhaven (km 295,50) van de haven van Straatsburg, wordt de scheepvaart als volgt gestremd bij het bereiken van de hoogste scheepvaartwaterstand ( HSW ):

      • in de afvaart door een
        rood licht ingesteld op km 291,30 (bord A.1, bijlage 7);

      • In de opvaart door een
        rood licht ingesteld op km 294,50 (bord A.1, Bijlage 7).
        Teken A.1

         Teken A.1

*Deze tekst is vertaald naar Nederlands, hier kunnen fouten in staan.

De originele Duitse tekst vind u door op de knop hieronder te drukken:

Wij zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze tekst. U dient zelf de plaatselijke omstandigheden en de daarbij behorende wetten en reglementen te controleren.


Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is einde-bericht-website-1024x137.png