Drab in de diesel

STEEDS VAKER MOTORUITVAL DOOR BRANDSTOFVERVUILING

Drab in de diesel. Vaartuigen die in de problemen komen omdat de motor uitvalt, we zien het helaas steeds vaker. Oorzaak: dichtgeslibde brandstoffilters door vuil in de gasolietank. Hoe komt dit en wat is eraan te doen?

De samenstelling van gasolie is de laatste jaren veranderd. Er wordt nu biobrandstof aan diesel toegevoegd, meestal is dat olie op plantaardige basis. Ook is het zwavelgehalte teruggebracht. Allemaal goed voor het milieu, maar minder gunstig voor de scheepvaart. Biobrandstof is namelijk een voedingsbodem voor bacteriën. Die micro-organismen groeien extra goed dankzij het lage zwavelgehalte. En er is nog een vervelend aspect: biobrandstof trekt o.a. ook 8 keer meer vocht aan dan de conventionele diesel. Vocht in de bunkertank is een grote veroorzaker van problemen. Zo is vocht een grote voedingsbodem voor de zogenoemde dieselbacterie. In dat water kunnen ook weer allerlei bacteriën, algen en schimmels groeien. Resultaat? Slijm, drab en vlokken in de brandstoftank, verstopte filters, verstopte leidingen, brandstofpomp en injectoren…en uiteindelijk uitval.

De dieselbacterie komt naar schatting voor in 75% van alle dieseltanks.

Gelukkig kun je maatregelen nemen om dit risico te verkleinen. Probeer de brandstof vrij van water te houden. Houd de tank zo ‘vol’ mogelijk, dat scheelt condens. Tap regelmatig water af via het kraantje onderaan de tank, want juist dit water is de favoriete broedplaats van de eencellige boosdoeners. Ook de brandstoffilters periodiek schoonmaken of vernieuwen is belangrijk. Plaats een goede filter – met waterafscheider! – voor de motor. Als dat kan, maak dan ook eens in de zoveel tijd de brandstoftank schoon. Tot slot kun je een bacteriedodend middel aan de gasolie toevoegen. Het bunkerstation kan hierover adviseren.

Hoe ontstaat bacteriegroei in diesel

1. Bacterievrije diesel.	Diesel wordt tijdens de raffinage tot 350 graden verwarmd en dus steriel.
2. Vochtige buitenlucht.	Tijdens het varen daalt het brandstofniveau, waardoor van buitenaf lucht wordt aangezogen in de brandstoftank. Buitenlucht bevat van nature uit (onschadelijke) microben. met name tijdens de herfst en wintermaanden kan deze buitenlucht ook veel vochtigheid bevatten.
3. Water onderin de tank.	Wanneer het vocht in de lucht gaat condenseren, komen waterdruppels in de diesel terecht. Deze zakken uit als vrij water naar de bodem van de tank waar ze een waterlaag vormen.
4. Bacteriën vormen slijmslierten.	Door de combinatie van brandstofmoleculen (= voedsel), het water onderin de tank (= zuurstof) de zon en de warme machinekamer (= warmte), gaan bacteriën zich razendsnel vermenigvuldigen en slijmslierten vormen.
5. Filers slaan dicht.	De bacteriën vormen een slijmlaag tussen het water en de diesel. Tijdens het varen worden deze slijmslierten mee opgezogen waardoor brandstoffilters dichtslaan. De resterende bacteriën zakken naar de bodem van de tank en veroorzaken daar corrosievorming.
6. Bacteriebestrijding voorkomt slijmvorming.	Er is bij alle bunkerstations een bacteriebestrijder (biocide) te koop welke voorkomt dat bacteriën gaan groeien en slijmslierten zich gaan vormen. Dit in combinatie met regelmatig peilen naar water in de tank biedt het de beste bescherming tegen kostbare bacterieproblemen.

Als je de gasolie in jouw tank niet vertrouwt, neem dan geen onnodig risico. Zie je slijm of een modderachtige substantie, dan is het foute boel. Meestal is de enige remedie de gasolie afvoeren en de tank reinigen. Twijfel je, dan kun je een monster nemen en deze laten testen.

Symptomen van vervuiling in de gasoliebunkers;

• Stotterende of haperende motoren.
• Verstopte filters.
• Bruinzwarte afschijding in tank, filters of motor.
• Slechte gasoliestoftoevoer.
• Merkbaar verlies van vermogen.
• Meer gasolie verbruik.
• Problemen aan pompen en/of injectoren.
• Troebele gasolie.
• Roestvorming (door salpeterzuurhoudende sludge).

Het reinigen van een gasolietank

• Zorg voor een veilige ruimte rondom de tank.
• Controleer of de tank ver genoeg leeg is voor het mangat te openen.
• Zorg voor de juiste PBM middelen, leg voldoende poetslappen klaar en zorg dat er een brandblusser stand-by staat.
• Werk altijd in een team verband, nooit alleen.
• Als de tank open is ventileer dan eerst met een grote blower en neem hier de tijd voor.
• Meten is weten, controleer met een gasmeter of de tank gasvrij is en er voldoende zuurstof aanwezig is. Bij twijfel, ventileren!
• Als de tank veilig is om te betreden maak dan altijd gebruik van adembescherming.
• Communiceer met de tweede man, deze is verantwoordelijk voor de veiligheid.
• Controleer ook regelmatig of de tank nog gasvrij is.
• Maak de tank schoon met een stofzuiger welke gasolie kan zuigen.
• Op moeilijk bereikbare plekken kan je een lange kwast gebruiken.
• Maak de tank droog met poetslappen, zorg dat je weet hoeveel lappen je gebruikt en dat deze ook weer uit de tank komen, hiervoor ben je een team.
• Je kan de tank ook naspuiten met schone gasolie en deze er daarna weer uitzuigen.
• Nadat je de tank visueel hebt nagelopen of er geen spullen zijn achter gebleven kun je de tank weer sluiten.
• Kijk goed naar de pakking of pees voor het sluiten van het mangat, bij twijfel vervang je deze.
• Draai de bouten kruislings aan en check met je tweede man of alles goed is aangedraaid.
• Vervolgens kun je de tank vullen met schone gasolie en voeg je biocide toe.

Whitepaper Micfil Filters biodiesel in gasolie

Artikel mede mogelijk gemaakt door:

---